Tips voor scheidsrechters

Tips voor scheidsrechters

TIPS VOOR SCHEIDSRECHTERS
Tips over voorbereiding, positionering, samenwerking en wanneer en hoe we fluiten.

Positionering
  • De "hockeysticklijn” geeft de ideale looplijn voor scheidsrechter. Jij bent als eerste verantwoordelijk voor de eigen helft, en je mag over het hele veld fluiten (we houden de diagonaal aan als afspraak in de praktijk) behalve waar jouw collega als enige verantwoordelijk is.    
  • Je bent als enige verantwoordelijk voor de eigen cirkel, eigen achterlijn en eigen zijlijn. Wijs dus niet alles met z’n tweeën aan. 
  • Fluit nooit, maar dan ook nooit in de cirkel van je collega (alleen helpen nadat collega om advies vraagt). 

Fluiten, Signalering & waarneming  
  • Hard en gedecideerd fluiten. Durf beslissingen te nemen.  
  • Met één arm de richting aangeven (of met twee bij strafcorner, strafbal, doelpunt). Meestal is dat genoeg.  
  • Liever niet tegelijk richting wijzen en je voet aanwijzen e.d.
  • Fluit heb je in de hand – niet de hele tijd in de mond (ook niet aan koordje om je nek).
  • Het is niet erg om een beetje laat te fluiten. Misschien komt er voordeel uit de situatie! Zeg dan "ga door!" en wijs met de arm schuin omhoog voor de ploeg die het voordeel heeft.
  • Juiste signalen vind je hier: signalen van scheidsrechters

Samenwerking en voorbereiding  
  • Door jullie houding kan je laten zien dat jullie een team zijn.  
  • Bereid de wedstrijd voor door bijvoorbeeld deze tips door te nemen. Maak afspraken. 
  • Scheidsrechters ondersteunen elkaar. Niet door okidoki’s elkaars signalering over te nemen, maar door bij beslissingen naar elkaar te kijken.   
  • Heb je het niet goed gezien? Kijk dan naar je collega. De collega geeft alleen advies over jouw cirkel situaties als jij daar om vraagt.  
  • Wees zelf dus alert op wat er in de cirkel van jouw collega gebeurt – hij of zij kan jou om advies vragen!  
  • Het is geen zwakte om te overleggen. En als je na een vergissing, een goede beslissing neemt, dan is dat beter dan halsstarrig vast te houden aan een verkeerde beslissing.
  • Als een coach opmerkingen maakt, probeer dan zijn aandacht weer op het spel van zijn ploeg te krijgen:"Als u nou coacht, dan fluit ik.... Ok?”  
  • Als coaches, spelers of publiek erg vervelend worden, leg dan de wedstrijd stil en ga niet in discussie, maar haal de commissaris van de dag erbij!  

Wanneer moeten we fluiten?
  • Beginslag (door de scheids die de tijd bijhoudt: in de eerst helft de scheids aan de andere kant van de dug-out). 
  • Overtreding, tenzij voordeel: dan roep je "doorgaan” en je wijst schuin omhoog met één arm 
  • Strafcorner 
  • Strafbal geven (automatisch het teken dat de tijd stil wordt gezet) 
  • Teken dat aanvaller de strafbal mag nemen 
  • Tijd stil zetten. Met teken natuurlijk. 
  • Tijd hervatten. Door de scheids die de tijd stil heeft gezet. 
  • Bully starten (want de tijd staat stil) 
  • Vrije slag verdediging indien strafbal niet in doelpunt eindigt (automatisch het teken dat de tijd weer wordt gestart) 
  • Doelpunt (na strafbal automatisch het teken dat de tijd weer wordt gestart). Door de scheids die het doelpunt gaf.        
  • Hervatting na doelpunt. Door de scheids die het doelpunt gaf. 
  • Aanvang 2e helft. Door de scheids die de tijd in de tweede helft bijhoudt (in principe de dug-out kant) 
  • Einde speelhelft (denk aan de kortere wijze van aangeven van uitspeel-strafcorner) 
  • Bij shoot-outs: zoals bij strafballen. 

Wanneer mogen we fluiten?
  • Vóór de wedstrijd (twee korte luide signalen): om de aanvoerders bij elkaar te brengen 
  • Vóór de wedstrijd of tweede helft (twee korte luide signalen): teken dat we gaan beginnen (twee armen in de lucht met wijsvingers: 2 minuten). 
  • Je ziet dat de bal op een verkeerde plek genomen gaat worden. Je fluit met korte stoten en wijst de juiste plek aan (legt de speler de bal niet op de juiste plek: vrije slag tegen). 

Wanneer fluiten we in principe niet?
  • Bal over de zijlijn. Wijzen is genoeg, tenzij de spelers niet doorhebben dat de bal over de lijn is geweest: kort fluiten en de richting aangeven. 
  • Bal over de achterlijn. Wijzen is genoeg, tenzij de spelers niet doorhebben dat de bal over de lijn is geweest: kort fluiten en uitslaan of lange corner aangeven.  
  • Bij het in het veld roepen van een bestrafte speler: handgebaar 
  • Wanneer je de twee minuten resterende speeltijd aangeeft.

Je fluit nooit
  • In de cirkel van jouw collega (nooit, maar dan ook nooit) 
  • Voor het vrijgeven van een strafcorner 
  • Voor het nemen van een lange corner e.d. 

Hoe fluiten we?
  • Fluit heb je in de hand – niet de hele tijd in de mond houden (ook niet aan koordje om je nek). 
  • Hard en gedecideerd. Durf beslissingen te nemen. 
  • Kort (en hard en gedecideerd) voor simpele overtredingen 
  • Harder: opzettelijke overtreding op middenveld. 
  • Nadrukkelijk langer en harder: opzettelijke overtreding waarop strafverzwaring volgt (10m, strafcorner in 23 m en vlak voordat je de tijd stil zet om te gaan waarschuwen (groen) of straffen (geel of rood). 
  • Uitzonderlijk hard en lang: in de 23m van jouw collega bij een opzettelijke verdedigende overtreding. Signaal: collega, neem maar over als strafcorner. 
  • Bij overtredingen: met één arm horizontaal de richting aangeven. Meestal is dat genoeg. 
  • Niet tegelijk richting wijzen en je voet aanwijzen e.d.  
  • Het is niet erg om een beetje laat te fluiten. Misschien komt er voordeel uit de situatie! Zeg dan ga door en wijs met de arm schuin omhoog voor de ploeg die het voordeel heeft.  
  • Denk aan de verdeling van het veld. Jouw zijlijn, jouw achterlijn en jouw cirkel. Jouw helft & denk aan de diagonaal! Wijs dus niet alles met z’n tweeën aan. 

Last, not least: houd je spelregelkennis op peil!